top of page
  • Foto van schrijverArie

Burgerschap past écht bij alle schoolvakken

‘’Burgerschap!? Jazeker, onze school heeft een mooie visie op burgerschap en met name bij maatschappijleer doen wij super veel!’’


In de afgelopen maanden is dit voor mij een veelgehoorde opmerking geweest. Veel scholen hebben in het afgelopen jaar kort een visie op papier gezet en beschrijven daarin alvast wat ze doen. Het zwaartepunt ligt bij maatschappijleer, en hier en daar staat een dag in het teken van diversiteit of solidariteit. Sommige scholen ‘tikken het af’ met de introductie van het vak burgerschap. Klaar!


In mijn vorige blog beschreef ik al dat burgerschap te vaak hangt aan een paar personen die burgerschap belangrijk vinden, maar er daardoor in de praktijk heel weinig overblijft. Daarnaast vraag ik mij sterk af of bovenstaande manier van burgerschapsonderwijs bijdraagt aan betekenisvol burgerschapsonderwijs.



Waar leer je burgerschap?


Natuurlijk is het mooi dat kinderen bij maatschappijleer of het vak burgerschap leren hoe ze zich als burger moeten en kunnen verhouden tot elkaar, tot verschillende mensen, tot de samenleving als geheel of tot bepaalde maatschappelijke problemen, maar wat betekent dat dan in de praktijk? Een leerling kan bij maatschappijleer van alles leren over politieke besluitvorming met betrekking tot het klimaat, maar leert de leerling hiermee ook verantwoordelijk te handelen? En als het antwoord op die laatste vraag een ja is, kan de leerling dit dan vooral binnen het vak maatschappijleer, of integreert de leerling dit in het handelen bij andere vakken en in het dagelijks leven buiten school? Kan een leerling kritisch denken bij maatschappijleer, omdat dat daar nu eenmaal geleerd wordt, of kan de leerling dit ook toepassen bij biologie en buiten school?



Burgerschap als vak?


Het introduceren van burgerschap als vak in het PO of VO is vaak een begrijpelijke, overzichtelijke en niet persé een verkeerde keuze. Echter zet ik wel eens vraagtekens bij de intenties. Wanneer een school dit puur doet om ‘af te tikken’, bega je in mijn ogen niet alleen een fout, maar het doet ook echt af aan de meerwaarde die burgerschap met zich mee brengt. Fout vind ik het, omdat burgerschap niet iets is om af te tikken, maar iets is dat in samenhang aangeboden moet worden. Burgerschap moet iets zijn dat in de school te zien, te voelen en te ruiken is. Ik geloof niet dat je dit bereikt met alleen het introduceren van het vak burgerschap. Burgerschap als vak kan, in mijn ogen, wel bijdragen aan een stevig fundament om burgerschap in latere leerjaren verder uit te breiden. Ik ken inmiddels verschillende scholen die burgerschap als vak hebben geïntroduceerd in het eerste en/of tweede leerjaar en vervolgens middels een leerlijn verder bouwen. Die leerlijn bestaat dan vaak uit projecten door de leerjaren heen of uit opdrachten/thema’s die bij verschillende vakken aan bod komen.



Burgerschap in alle vakken?



Als docent maatschappijleer is het makkelijk praten dat burgerschap makkelijk geïntegreerd kan worden in alle vakken. Als ik de bouwstenen van burgerschap erbij pak, zijn ze allemaal toepasbaar op maatschappijleer. Echter denk ik dat de nieuwe burgerschapswet er voor kan zorgen dat maatschappijleer meer en meer een kennisvak wordt zodat jongeren meer kennis krijgen over de werking van de democratie en rechtstaat. En dat is, volgens dit onderzoek, hard nodig! Andere vakken kunnen zich dan meer toeleggen op de houdingen en vaardigheden die bij burgerschap horen. Dat kan natuurlijk nog steeds goed bij maatschappijleer omdat kennis bij leuke werkvormen (zoals debatteren of het naspelen van een rechtszaak, dat ook alles te maken heeft met houdingen en vaardigheden) nu eenmaal beter beklijft.


Gelukkig kom ik steeds meer docenten uit andere vakken tegen die burgerschap integreren is hun eigen vak, en in sommige gevallen zelfs duurzaam maken door een opdracht te verbinden aan burgerschap en dit vastleggen in hun PTA (programma van toetsing en afsluiting) of PTD (programma van toetsing en doorstroming).



Een paar voorbeelden….


Nederlands en burgerschap


Bij een vak als Nederlands is het integreren van burgerschap relatief eenvoudig. Onlangs sprak ik een docent die al haar teksten eens flink geactualiseerd had en de teksten die zij met leerlingen besprak en las waren vaak te relateren aan één van de bouwstenen van burgerschap. Op paarse vrijdag las zij bijvoorbeeld de paarse vrijdagkrant, en daaraan verbond zij bepaalde opdrachten. Daarnaast hoor ik van vakgroepen Nederlands die een leerlijn maken waarin leerlingen gedurende 4, 5 of 6 jaar stap voor stap leren hoe ze met elkaar in dialoog kunnen gaan. Een prachtig voorbeeld van democratisch burgerschap.


Moderne vreemde talen (MVT) en burgerschap


Het gebruik van teksten die actueler zijn dan de standaard teksten uit de methodes kan bij Engels, Duits, Frans, Spaans etc natuurlijk ook. Het mooie hiervan is dat het vaak aanleiding geeft tot gesprekken. Hier is natuurlijk lang niet altijd tijd voor, maar de keren dat die tijd er wel is, is dat vaak ontzettend waardevol. Daarnaast hebben de MVT verschillende kerndoelen die te verbinden zijn aan burgerschap.

Denk aan Engels / MVT 2.1: Het lezen van en werken met literaire teksten, ook in andere talen, is een waardevolle manier om empathische vermogens te ontwikkelen en begrip voor anderen en hun opvattingen te stimuleren.


Wiskunde en burgerschap


Eén van de mooiste voorbeelden die ik tegenkwam, kwam uit een vakgroep wiskunde. In het kader van duurzaamheid bedachten zij dat het leuk zou zijn om met hun leerlingen te gaan strandjutten om vervolgens van de gejutte materialen wiskundige figuren te gaan maken. Een prachtig voorbeeld van betekenisvol leren, iets doen voor je omgeving én bezig zijn met het thema duurzaamheid. Ik moet ook denken aan die docent die bedacht om verschillende religieuze stromingen in Nederland uiteen te zetten in percentages, die leerlingen vervolgens moesten omrekenen naar getallen. Ook dit vormt vaak de basis voor een gesprek!



Hoe motiveer ik mijn collega’s en personeel om hiermee aan de slag te gaan?


Er zijn talloze voorbeelden van burgerschap door de vakken heen maar vaak klinken ze te mooi om waar te zijn. Jij hebt er geen tijd voor, en collega’s hebben er misschien wel helemaal geen zin in. In mijn vorige blog leg ik uit dat het vooral niet opgelegd moet worden. Toch blijf ik erbij dat er maar weinig docenten zullen zijn die écht geen zin hebben in burgerschap. Belangrijk is dat burgerschap niet iets is dat door de schoolleiding uitgezet wordt en waarbij personeel van alles moet. Enthousiasmeer docenten voor burgerschap en motiveer ze om dit om te zetten in actie. Besteed er tijd en aandacht aan. Niet eenmalig, maar laat het jaarlijks terugkomen, al is het maar kort! In de eerste jaren zal dit uiteraard meer tijd kosten, maar wanneer er een stevig fundament is en burgerschap onderdeel is geworden van de schoolcultuur, is uitbouwen een stuk makkelijker.



Een studiedag in het kader van burgerschap



Studiedagen of dagdelen kunnen een belangrijke manier zijn om docenten te ondersteunen en te motiveren. Juist ook de docenten van de vakken die minder snel te verbinden zijn aan burgerschap.

In samenwerking met verschillende organisaties (uit de praktijk) heeft VRIE Burgerschapseducatie een studiedag ontwikkeld die workshops biedt aan docenten uit allerlei vakgroepen waar zij gemotiveerd worden om iets met burgerschap te gaan doen. Succes gegarandeerd. Nieuwsgierig? klik hier




486 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page